Met het komen en gaan van de vele sportevenementen deze maanden is er toch altijd weer de vraag hoeveel coaches heeft deze sporter. We vinden er allemaal iets van via de media en we schreeuwen hem of haar naar een topprestatie. Herkenbaar?
Topprestaties
De vraag is doen we dit ook binnen de organisatie waar we werken? Ja natuurlijk horen we u zeggen, maar is dat zo? Een verborgen vraag voor persoonlijke ontwikkeling die een manager vaak heeft, is waar lopen mijn mensen nou warm voor. Praktijk is, dat er met beoordelingscycli gekeken wordt naar, wat gaat goed, wat niet en wat gaan we er aan doen om het te verbeteren.
Passie
We gaan even terug naar de topsporters. Die hebben gekozen voor de passie van de sport, de lichtjes in de ogen gaan branden als ze het er over hebben. En we gaan er vanuit dat ze het ook kunnen. De topprestatie leveren is dan appeltje- eitje, de mix van willen en kunnen zit goed, dus knallen en goud of de beker halen. Makkelijk toch?
Wij hadden laatst een vraag van een sporter die het helemaal niet zo makkelijk vond. Hij wilde graag presteren, kon het ook maar het lukte niet. De eerste vraag die we de sporter stelden, waar doe je het voor? Dat vond hij best een moeilijke vraag. Niet een vraag die zijn sportcoach hem stelde. Dat ging over finetunen trainingsschema en voor hem zo iets vaags als “de prestatie naar een hoger plan trekken”. Hoe dan? Frustratie alom en het presteren ging met de dag slechter. Ons gesprek met hem had een heel ander karakter, wij vroegen hem naar zijn drive en hij ging los in het vertellen en zijn enthousiasme. Diezelfde middag nog leverde hij een topprestatie tijdens de training en zijn coach belde ons op om te vragen wat we gedaan hadden. Nog niets, was ons antwoord en wat grappig dat je ons daarvoor belt. Heb je het aan je sporter gevraagd? Ja natuurlijk, maar ik kreeg zo iets vaags als “stralen en lichtjes” te horen en dat “het voelde alsof hij vloog”.
Spraakverwarring
U begrijpt het al. De coach en de sporter spreken niet dezelfde taal als het gaat om de prestatie. Het vertrekpunt van de coach en de sporter zijn verschillend als het gaat over wat de sporter drijft, en dat heeft zijn weerslag op zijn prestatie. Dat inzicht was top voor beiden en u begrijpt we voelden ons even bondscoach!
Vertaalt naar uw organisatie, hoeft dit niet veel anders te zijn. Ken de drijfveren van uw medewerkers en vertel hen die van u. Als we elkaars vertrekpunten kennen, ontstaat de juiste mix en is het vele malen makkelijker om de prestatie te halen die we willen en dan ook echt kunnen.